Domitianus had nogal wat meegemaakt. Hij was dertien toen Rome in brand had gestaan. Keizer Nero had senatoriële samenzweringen ontdekt en Domitianus’ vader Vespasianus was eerst in ongenade gevallen en vervolgens naar het front gestuurd. Nero had plaatsgemaakt voor Galba, de keizerlijke garde was in opstand gekomen, Galba was op het Forum Romanum gelyncht, Vitellius’ troepen hadden de stad bezet, door Vespasianus gezonden troepen hadden Rome ingenomen, Vitellius’ supporters waren uit geweest op Domitianus’ bloed, hij was ternauwernood ontsnapt maar zijn oom was gedood. En begin 70 was hij ineens de voornaamste vertegenwoordiger van zijn vader in Rome. De caesar, zoals zijn titel luidde, was achttien en was gebombardeerd tot praetor urbanus consulari potestate, wat je zou kunnen vertalen als burgemeester van Rome met de bevoegdheden van minister-president. Het constitutionele gedrocht illustreert zijn ongebruikelijke positie.
De jonge prins
Eenmaal zelf keizer zou Domitianus de ontmoeting met zijn vader, die in de zomer van 70 in Italië arriveerde, memoreren met een beroemd reliëf. Het toont een zorgeloze jongeman, maar dat is slechts propaganda. De commandant van Vespasianus’ garnizoen, Antonius Primus, was een losgeslagen kanon en Domitianus had hem moeten uitschakelen. Ook moest hij de herovering van het Rijnland voorbereiden, waar Sabinus en zijn Bataafse bendes de macht uitoefenden. Hoewel de caesar niet verder reisde dan Lyon, schreef hij het later terecht op zijn conduitestaat.
Niet dat de praetor urbanus consulari potestate geen steun kreeg van ervaren adviseurs als Gaius Licinius Mucianus, maar toch: weinig Romeinen hebben op hun achttiende zulke grote verantwoordelijkheden te dragen gekregen. Als je dit overweegt, weet je hoe harteloos Tacitus’ opmerking was toen hij, in zijn beschrijving van het nieuwe jaar 70, opmerkte dat Domitianus de titel van caesar en de bijbehorende residentie (Nero’s Gouden Huis) aanvaardde maar zich bij de uitoefening van zijn prinselijke taken beperkte tot ontucht en echtbreuk. Dit is geen sarcasme maar cynisme. Zelfs het huwelijk dat Domitianus sloot diende (zoals we op 13 januari zullen zien) de belangen van zijn vader.
Krassen op de ziel
Hierboven een beeld uit het Museo archeologico nazionale in Napels: Domitianus rond zijn achttiende. Ik ga niet psychologiseren, maar leg wel een vraag neer. Hoe zou het zijn als je na enkele traumatische jaren enorme verantwoordelijkheden krijgt, als er lasterpraatjes over je gaan en iedereen je oudere broer prijst wegens moed, beleid en trouw?
U mag vrijuit speculeren over krassen op Domitianus’ ziel. Misschien speculeert men wel tijdens de lockdown-livestream-tours (recensie). Psychologiseren is menselijk en empathisch. Maar het blijft onwetenschappelijk en u zult geen speculaties vinden in de catalogus van de tentoonstelling, die u, als u dat nog niet hebt gedaan, hier kunt bestellen als u het museum wil steunen of daar als u liever een lokale boekhandel helpt om door de winter te komen.
PS
Nog even een persoonlijke noot: de presentatie van mijn boek Hannibal in de Alpen is woensdagmiddag 19 januari. Wie online wil mee kijken, kan zich hier opgeven.
[Dit stuk wordt gereblogd op #GrondslagenNet, de groepsblog van archeologen, classici en oudhistorici.]